Afgedankt vet, waardeloos? Zeker niet, vinden ze bij Sunoil in Kampen. Het bedrijf verwerkt gebruikt frituurvet, dierlijke vetten en andere afvalstromen tot biodiesel. Daarmee geven ze niet alleen een afgedankt product een tweede leven, maar helpen ze ook bedrijven hun CO2-uitstoot te verlagen.
Een vrachtwagen rijdt het terrein op: die komt een lading afgedankt frituurvet lossen. Even verderop, aan de kade, ligt een binnenvaartschip klaar om de zojuist geproduceerde biodiesel te vervoeren. “Eigenlijk zie je hier in één oogopslag het begin én het einde van onze keten”, zegt Stephan van Wensen. “Frituurvet is een van onze grondstoffen, biodiesel ons eindproduct.” Stephan is Business Development Manager bij Sunoil. “De vetten waarmee wij werken, zijn niet meer geschikt voor de humane of dierlijke markt. Doordat wij er weer een product van maken met een nuttige toepassing, krijgt een afvalstroom weer een tweede leven.”
90 procent minder CO2
De producent van tweede generatie biodiesel – brandstof die gemaakt wordt uit afvalstromen – ontstond uit de wens om bij te dragen aan de Europese klimaatdoelstellingen. Nu die alsmaar strenger worden, moeten steeds meer bedrijven maatregelen nemen om hun CO2-uitstoot te verminderen. Sunoil kan daarbij helpen: de biodiesel die het bedrijf produceert, bevat maar liefst 90 procent minder broeikasgassen dan reguliere diesel. Bedrijven die hun reguliere brandstof vervangen door de biodiesel van Sunoil, zien daarmee een stevige afname in hun CO2-uitstoot.
Aantoonbaar duurzaam
Die 90 procent is niet uit de lucht gegrepen, maar wordt nauwkeurig berekend op basis van de grondstoffen die Sunoil inkoopt. “Van al onze grondstoffen is de belasting op het klimaat bekend. Aan de hand van die data kunnen wij uitrekenen wat de daadwerkelijke CO2-reductie van onze biodiesel is”, legt Stephan uit. Hij vertelt dat het bedrijf er alles aan doet om het duurzame karakter van zijn product aan te tonen. “Dat heeft ons het ISCC-certificaat opgeleverd (International Sustainability and Carbon Certification, red). Dat certificaat toont aan dat we daadwerkelijk bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. Daar zijn we natuurlijk ontzettend trots op.”
Via de IJssel de wereld over
Sunoil opende drie jaar geleden de vestiging in Kampen. “Dat we hier aan de IJssel zitten, is een groot voordeel, want nu kunnen we gebruikmaken van bulktransport via het water.” De manager wijst naar het binnenvaartschip dat zich inmiddels klaar lijkt te maken voor vertrek. “Via de IJssel vindt ons product zijn weg naar klanten over de hele wereld. Datzelfde gebeurt met onze grondstoffen, maar dan andersom: die kopen we overal ter wereld in, waarna ze hier veelal per schip naartoe komen.”
Bijdragen aan de energietransitie
Als Business Development Manager houdt Stephen de ontwikkelingen in en rondom het bedrijf continu in de gaten. En die ontwikkelingen, die volgen elkaar snel op: “We staan aan de vooravond van een enorme energietransitie. Steeds meer industrieën, zoals de transport-, luchtvaart- en maritieme sector, worden gedwongen hun uitstoot verder terug te dringen. Wij maken een product dat daaraan bijdraagt en willen daarmee partijen ondersteunen bij het behalen van hun duurzame ambities.”
Van waardeloos naar waardevol
Steeds meer bedrijven in Nederland, Europa en ver daarbuiten weten de in Kampen geproduceerde biodiesel van Sunoil te vinden. “Ik denk dat wij een mooie toekomst hebben”, laat Stephan weten, zijn blik gericht op de bedrijvigheid op het terrein. “We maken een biologisch en duurzaam product dat bijdraagt aan een groenere wereld. En: dat doen we allemaal met afval. Van ‘waardeloze’ grondstoffen maken wij weer een waardevol product. Hoe mooi is dat?”
(Bron: www.wearenice.org)